De gemiddelde aantallen per telling voor de meeste insecten op de lijst zijn grotendeels gelijk gebleven. Wel zijn twee soorten - gemiddeld - beduidend meer geteld dan in 2024. Het gaat daarbij om de Franse veldwesp en de Europese hoornaar.
Er zijn 1.677 limonadewespen geteld, wat neerkomt op een gemiddelde van 4,3 limonadewespen per telling. Dit is een daling ten opzichte van vorig jaar, met gemiddeld acht per telling. En dat terwijl 2025 als een beter wespenjaar wordt gezien dan 2024. Hoe kan dit?
Voorzitter Sjoert Fleurke van de Wespenstichting: 'De belangrijkste reden voor deze daling is het feit dat dit jaar ook wespennesten konden worden ingevoerd. Hierdoor daalt het gemiddeld aantal getelde wespen, omdat er bij een wespennest al snel tientallen wespen geteld worden.'
Toch zijn er mensen die aangeven dit jaar minder wespen te zien. 'De signalen zijn erg wisselend. Er zijn mensen die spreken van overlast, terwijl weer anderen nauwelijks wespen hebben gezien', verklaart Fleurke. 'Dit jaar is wel duidelijk een beter wespenjaar, dat zien we aan het grote aantal hulpaanvragen dat wij krijgen.'
Wat opvalt is, dat het aantal tellingen beduidend minder is dan vorig jaar: 389 tellingen door 272 deelnemers. Terwijl er in 2024 maar liefst 857 keer door 679 deelnemers werd geteld.
Woordvoerder Nathan Veenstra hierover: 'Vorig jaar was natuurlijk het Jaar van de wesp, wat bijzonder veel aandacht van de media opleverde en de wespentelling in een ander daglicht zette. Hierdoor zijn er gelukkig veel nieuwe deelnemers aangehaakt, waarvan er dit jaar kennelijk ook weer de nodige zijn afgehaakt. En augustus is meestal toch wel net een lastige maand, omdat er nog veel mensen op vakantie zijn. Je weet nooit hoeveel invloed dat nog heeft.'
Naast de drie stijgers zijn er ook opvallende dalers en gelijkblijvers. Waar zweefvliegen, honingbijen en de "onbekende" wespen - die niet op soort gebracht konden worden - daalden, bleef het gemiddelde van de graafwespen en de muurwespen gelijk.
Bij de graafwespen is dat opvallend, omdat de harkwesp Insect van het jaar is. De aandacht voor deze wespensoort zou in het algemeen tot meer aandacht voor de graafwespen kunnen leiden en daardoor tot meer tellingen. Dat lijkt dus niet het geval.
Een nieuwkomer in de top 10 met alleen de wespensoorten is de Aziatische hoornaar, die in 2017 voor het eerst in Nederland is gesignaleerd. Is dit een voorbode van de opkomst van deze exoot?
'Omdat het om lage aantallen gaat, valt hierover weinig met zekerheid te zeggen. Het is zeker, dat de soort inmiddels in heel Nederland te vinden is. Om echt iets zinnigs te kunnen zeggen over de Aziatische hoornaar of andere soorten - waarvan er minder dan honderd geteld zijn - hebben we meer data nodig. Reden genoeg om volgend jaar massaal mee te doen, zou ik zeggen', aldus Veenstra.
Positie | Soort | Aantal geteld in 2025 | Aantal per telling 2025 | Aantal per telling 2024 |
1 | Limonadewesp | 1677 | 4,3 | 8 |
2 | Franse veldwesp | 601 | 1,5 | 0,9 |
3 | Europese hoornaar | 285 | 0,7 | 0,4 |
4 | Wesp, onbekend | 152 | 0,4 | 0,5 |
5 | Sluipwesp | 143 | 0,4 | 0,5 |
6 | Graafwesp | 130 | 0,3 | 0,3 |
7 | Muurwesp | 82 | 0,2 | 0,2 |
8 | Wespennest | 67 | 0,2 | -- |
9 | Aziatische hoornaar | 65 | 0,2 | 0,0 |
10 | Bijenwolf | 52 | 0,1 | 0,1 |
Naast de soorten en soortengroepen in de tellijst, konden deelnemers ook dit jaar zelf soorten opgeven bij hun telling. Enkele fanatieke deelnemers gaven daarbij bijzondere soorten op, zoals de hongerwesp en de Mexicaanse zwartsteel.
Ook wetenschappelijke namen werden daarbij niet geschuwd. Zo werd de bijzonder gevormde Brachymeria tibialis waargenomen in Gelderland. En zag een deelnemer uit Overijssel een wesp uit het geslacht Dolichomitus. Van deze handmatig ingevoerde soorten is de Mexicaanse langsteel het meest gezien. Er werden maar liefst zeventien stuks van deze exoot geteld.
Met een gemiddelde van 4,9 telde Limburg meer limonadewespen dan in de rest van Nederland. Honingbijen, zweefvliegen en Franse veldwespen werden gemiddeld dan weer minder geteld. Zowel in Limburg als Zeeland deden zestien deelnemers mee, maar zij telden wel 23 keer tegenover 18 tellingen in de Zeelandse provincie.