Limonadewesp op 1e plaats van de nationale wespentelling

01 sep , 12:55 Nieuws
gewone wesp op bloem

LIMBURG - De derde nationale wespentelling heeft voor het eerst een wespensoort als nummer 1 opgeleverd, en wel de limonadewesp. De posities 2 en 3 worden bezet door respectievelijk zweefvliegen en de honingbij, waarna de Franse veldwesp en de Europese hoornaar de top 5 completeren.

Dankzij een enorme groei in het aantal deelnemers is ook het aantal waargenomen wespen fors toegenomen. Al zegt dit niet alles over de wespenstand in Nederland.
Limonadewesp veruit het meest geteld
Tijdens de wespentelling van 2024 zijn 6.854 limonadewespen geteld. Dat is ruim twee keer zoveel als de zweefvliegen, die met 3.346 waarnemingen op de tweede plek staan. Eigenlijk bestaat de groep ‘limonadewespen’ uit twee soorten: de gewone wesp en de Duitse wesp. Deze twee soorten zijn de meest voorkomende wespensoorten in Nederland en dat blijkt ook uit de resultaten van de telling. De Franse veldwesp bezet als tweede wespensoort de vierde plek in de telling, gevolgd door de Europese hoornaar. De invasieve Aziatische hoornaar staat bijna onderaan op plek 17 en werd niet in Drenthe, Friesland en Groningen geteld.
Honingbij van positie 1 naar 3
In de voorgaande jaren haalde de honingbij de nummer 1-positie in de nationale wespentelling. Voorzitter Sjoert Fleurke van de Wespenstichting hierover: ‘Het lijkt erop dat mensen anders en misschien wel gerichter tellen. Juist omdat het zo slecht lijkt te gaan met de wespen is de focus wellicht meer op deze insecten gericht geweest. De bijen en zweefvliegen zijn voor ons ‘bijvangst’. De getelde wespen zijn voor ons van belang. Daarom is het mooi om te zien welk mooi resultaat daaruit voortgekomen is dit jaar.’
Verschillen in tellingen 2023 en 2024
Het aantal tellingen was in 2024 veel hoger dan in 2023: 857 tegenover 170. Gemiddelde aantallen per telling geven een realistischer beeld. Zo werden er in 2023 gemiddeld 2,6 limonadewespen geteld tegenover gemiddeld 8 in 2024. Het gemiddeld aantal Europese hoornaars was in 2024 0,4 en Franse veldwespen kwamen op een gemiddelde van 0,9. In 2024 waren het gemiddeld 1,2 Europese hoornaars en 0,4 Franse veldwespen per telling. De definitieve aantallen wijken iets af van die op de resultatenpagina op tuintelling.nl. De resultaten op deze pagina zijn namelijk automatisch gegenereerd op basis van de vooraf gekozen soorten in de wespentelling. In onderstaande tabel zijn handmatig toegevoegde soorten toebedeeld aan de groepen.
PositieSoortAantal geteld 2024Aantal per telling 2024Aantal per telling 2023
1Limonadewespen68548,02,6
2Franse veldwesp7770,91,2
3Europese hoornaar3800,40,4
4Sluipwespen2950,30,6
5Graafwespen2620,30,7
6Langkopwespen2310,30,1
7Bladwespen1990,2 -
8Muurwespen1430,20,2
9Goudwespen750,10,1
10Bijenwolf610,1-
Totaal wespen978811,46,7
Hoe gaat het met de wespen in Nederland?
Een belangrijk doel van deze jaarlijkse wespentelling is om een beeld te krijgen hoe het met de wespen in Nederland gaat.  ‘Hoewel we begrijpen dat iedereen hier nu al antwoord op wil, kunnen we hier nog geen conclusies uit trekken', vertelt Fleurke. 'Dit is pas de derde wespentelling op rij en aansluiten bij Tuintelling blijkt een gouden greep. Dit jaar hebben we ruim vier keer zoveel tellingen binnengekregen dan in de eerste twee jaren. Vanaf volgend jaar kunnen we misschien voorzichtig wat conclusies trekken, want een echt goed beeld van de stand van de wespen krijgen we na nog een paar van deze tellingen.’
Insectenliefhebbers tellen specifiek
Bij het invoeren van de telling was het dit jaar ook mogelijk om soorten handmatig in te voeren als die niet in de lijst stonden. Hier zaten enkele zeer specifieke soorten bij, die soms met hun wetenschappelijke naam werden opgegeven. In de uiteindelijke resultaten zijn deze tellingen opgeteld bij de soortgroepen die op het telformulier stonden. Zo werden er tientallen knollenbladwespen en pottenbakkerswespen geteld. En een enkele fanatiekeling vond zelfs dat de dambordvlieg ook meegeteld moest worden.
Limburg middenmoter: volgend jaar beter resultaat verwacht
De provincie Limburg is een middenmoter geworden voor wat betreft het aantal tellers en aantal tellingen. De provincie Gelderland met het grootste oppervlak leverde de meeste tellers (113) en tellingen (140). Zuid-Holland werd als provincie met de meeste inwoners tweede. In Flevoland daarentegen werd met slechts zestien tellingen door elf tellers het minst geteld. De Wespenstichting verwacht dat er volgend jaar uit Limburg een beter resultaat komt, omdat daar in november pas de eerste Basiscursus Wespen plaatsvindt.
Meer zweefvliegen en honingbijen dan limonadewespen
Opvallend is dat er in Limburg meer zweefvliegen en honingbijen dan limonadewespen zijn geteld. Daarnaast staat de Europese hoornaar als tweede wespensoort in de lijst. En de Franse veldwesp pas op nummer 10, terwijl die in heel Nederland juist op de tweede plaats staat. De veldwespen zijn allemaal als eerste in zuidelijk Nederland waargenomen, vooral in Limburg. Dit geldt voor zowel de Franse veldwesp en de bergveldwesp als de nog zeldzame cryptische veldwesp en groefkopveldwesp. Daarom het is best opmerkelijk dat er in Limburg relatief weinig veldwespen geteld zijn.
Specifieke soorten
Verder valt het op, dat er nogal wat specifieke soorten zijn opgegeven. Zoals de Crossocerus en enkele 'doders', die allemaal tot de graafwespensoorten behoren. Als die volgens het telformulier onder de graafwespen waren geteld, dan zou het totaal daarvan op 20 uitkomen. Daarmee zouden de graafwespen - inclusief de Mexicaanse zwartsteel en de blokhoofdwesp - plek 6 bezetten. De bijenwolf is wel apart in de telkaart opgenomen, omdat deze graafwespensoort algemeen én dus vaker te zien is.
PositieSoortAantal
1Zweefvliegen287
2Honingbij76
3Limonadewespen33
4Europese Hoornaar31
5Sluipwespen22
6Bladwespen17
7Wesp onbekend15
8Aziatische hoornaar13
9Crossocerus11
10Franse veldwesp9
11Goudwespen8
12Bijenwolf6
13Stadsreus6
14Mexicaanse zwartsteel5
15Muurwespen5
16Urntjeswespen3
17Blokhoofdwesp1
18Gewone keverdoder1
19Groefbijendoder1
20Grote wantsendoder1
Wespentelling: een realistischer beeld in het Jaar van de Wesp
De voorzitter van de Wespenstichting is verguld met de toename van het aantal tellers: ‘Met dit soort aantallen krijgen we echt een realistisch beeld van de stand van de wespensoorten in Nederland’. Op de vraag waar deze groei vandaan komt, antwoordt hij: ‘Het is volgens mij een combinatie van de belangstelling voor het Jaar van de Wesp en het onderbrengen van de wespentelling bij Tuintelling. En misschien een beetje omdat de Wespenstichting steeds bekender wordt.’
‘We krijgen daarnaast ook opvallend veel berichten van mensen die melden dat ze weinig wespen zien. Misschien dat een deel daarvan uit bezorgdheid heeft meegedaan’, besluit Sjoert Fleurke.
Bron Leadfoto: via Wespenstichting