80 Jaar: Een herinnering aan het Schepenkerkhof in Maasbracht

30 sep , 9:43 (Historische) Verhalen
20240911 151002 1
M. van Leipsig

MAASBRACHT – Op 30 september 1944 – vandaag precies 80 jaar geleden - liet de Duitse Sprengkommandant in totaal 240 schepen in de binnenhaven van Maasbracht met dynamiet tot zinken brengen. De gezonken schepen lagen naast en door elkaar op de bodem van de haven en vormden samen een waar schepenkerkhof. Het was de allergrootste scheepsramp van die tijd, tot op de dag van vandaag.

Gedurende de oorlog klonken regelmatig de geluiden van overvliegende vliegtuigen, loeiende luchtalarmsirenes en verschillende soorten explosies. Er heerste angst en chaos. Kortom, de oorlog beïnvloedde de mensen enorm in hun dagelijkse leven. Het waren moeilijke tijden. Totdat plotseling na jaren van bezetting de bevrijding snel naderbij scheen te komen.
Gedwongen terugtocht
Vanaf de landing op de stranden van Normandië - D-Day op 6 juni 1944 - voerden de geallieerden en de Duitsers een verbeten strijd. Tenslotte werden de Duitse legers gedwongen de aftocht te blazen. Zo werd Parijs op 26 augustus 1944 bevrijd. En spoedig daarna begon een wanordelijke terugtocht van Duitse legereenheden, die via België en Nederland hun weg zochten naar hun vaderland.
In de loop van september zagen de mensen hen dan ook met alle mogelijke voertuigen over de Limburgse wegen trekken. Nadat de Amerikaanse legers Maastricht op 14 september 1944 hadden ingenomen, hoopte en verwachtte iedereen in Midden-Limburg de bevrijding binnen enkele dagen te kunnen vieren…
Maar het liep allemaal anders
Want Duitse generaals hadden kans gezien hun resterende legereenheden op diverse strategische punten te hergroeperen en boden daarna opnieuw felle tegenstand. Met hun te snelle opmars holden de geallieerden als het ware op hun eigen plannen vooruit. Omdat de aanvoerlijnen te lang waren, konden de aanvallers niet eens meer rekenen en vertrouwen op voldoende ravitaillering. Daardoor kwam het front even ten zuiden van Maasbracht stil te liggen. Wat niet alleen voor Limburg noodlottige gevolgen zou hebben, maar vooral ook voor de schippers in de haven van Maasbracht.
Verschroeide Aarde
Het begon allemaal op 29 september 1944. Omdat het voor de scheepvaart op de Maas te gevaarlijk was door de bombardementen en beschietingen van de geallieerde vliegtuigen, lagen maar liefst 240 schepen in de Maasbrachtse binnenhaven voor anker. Op commando van de Duitse Sprengcommandant moesten die dag zo'n 300 schippersfamilies met hun hele hebben en houden hun schip verlaten en op de wal hun toevlucht zoeken.
Reden: de militaire tactiek van de Verschroeide Aarde, waardoor de geallieerden zowel de waterwegen als alle vaartuigen - groot of klein - onmogelijk nog voor oorlogsdoeleinden tegen de Duitsers konden gebruiken. 
MS Friesland
Daardoor raakten ruim duizend mensen niet alleen hun schip kwijt, maar ook nog eens hun thuis. Zo ook schipper Van der Meer, die zijn motorschip Friesland moest ontruimen met zijn gezin, met alles wat ze konden dragen. Omdat de Duitsers en andere schippers bang waren dat er brand zou ontstaan, haalde Van der Meer in plaats van huisraad vaten olie uit het schip.
Samen met zijn vrouw en vijf kinderen zocht hij een onderkomen in Maasbracht. Net als zoveel andere schippersfamilies. In het eerste huis waar ze aanklopten, waren al mensen opgevangen. Pas enkele huizen verder vonden ze eindelijk een plek.
De burgers van Maasbracht en Brachterbeek verwelkomden de gedupeerden met grote gastvrijheid en boden hen een dak boven hun hoofd.
Grote witte lonten waren aan het schip bevestigd
Op 30 september klonken in de vroege ochtend zware explosies in de Maasbrachtse haven. Eerst brachten de Duitse bezetters een groot schip dwars in de vaart tot zinken, zodat het de vaarweg helemaal blokkeerde. Daarna kelderden de Duitsers met lonten en dynamiet systematisch ook de rest van de 240 vaartuigen, die met de achtersteven naar het gezonken schip toe lagen. Vele schippers moesten machteloos toezien hoe hun schip, hun levenswerk en hun thuis de totale vernieling in werd geholpen. 
'Er waren grote witte lonten aan het schip bevestigd, die uit het water staken', herinnert de dochter van schipper Van der Meer zich nog als de dag van gisteren. Ze was destijds zeven jaar. Naast twee oudere zussen, had zij nog een drie jaar oudere broer en een zusje van vier.
Toen op die rampzalige dag de avond viel, bood de haven een sinistere aanblik. Terwijl verscheidene schippersfamilies in het dorp en omgeving nog naar een onderkomen zochten, viel er een spookachtige stilte over het twee kilometer lange schepenkerkhof. De verwoesting was compleet. Zwaar getroffen mensen hadden geen inkomsten meer, omdat hun schepen waren verloren. Ze moesten een ware lijdensweg bewandelen, die van de ene onzekerheid naar de andere leidde.
Niemand mocht uitstappen
Toen de gevechten bij Maasbracht uitbraken, moest iedereen uit het dorp geëvacueerd worden. Schipper Van der Meer vertrok met zijn gezin en vele anderen naar St. Odiliënberg. Daar vonden ze onderdak, maar algauw werden ze door de Duitsers naar het Duitse Brüggen geëvacueerd. En vandaaruit ging het met de trein naar Friesland.
'De trein zat afgeladen vol. Zodra de bommenwerpers overvlogen en begonnen te bombarderen, stapten de Duitsers met getrokken wapens uit. Niemand mocht uitstappen. Tijdens zo'n bombardement moesten de kinderen onder de banken schuilen. Mijn vader wierp zich boven op mij en mijn moeder op mijn zusje, om ons allebei te beschermen. We hebben nog een hele tijd in Friesland gewoond, tot de bevrijding.'
De herinnering aan deze dramatische, traumatische ervaring maakt nog steeds veel emoties in haar los.
Nadat het gat gedicht was
Net als veel andere schippers, keerde Van der Meer met zijn gezin terug naar zijn schip, toen op 5 mei 1945 Nederland bevrijd was. Het was de verjaardag van zijn dochter. Zij werd precies op die dag acht. In vrachtwagens die kolen naar Friesland hadden gebracht, reisden ze terug naar Limburg.
'De Friesland was door het water zowel van binnen als van buiten verroest', vertelt ze, 'Nadat het gat gedicht was en het water eruit gepompt, brachten ze het schip naar een bok. Terwijl iemand uit Maasbracht de kraan met grijper bediende, heeft mijn vader samen met mijn oom en mijn neef de lading helpen lossen. Ze hadden een halsdoek voor de mond. Om de beurt en zo snel als ze konden, hebben ze de porseleinaarde steeds aangeveegd.'
Om de berging en reparatie van de gezonken schepen te bespoedigen, gingen veel schippers bij de bergers in loondienst werken.
Maquette
Het roemruchte ‘Schepenkerkhof’ van Maasbracht anno 1944 is in een indrukwekkende maquette visueel gemaakt.  Op een bijzondere manier toont deze aan welke ramp ook de binnenvaartschippers - en meer in het bijzonder in Maasbracht -  in het laatste oorlogsjaar getroffen heeft. Met de miniatuurvoorstelling (schaal 1 : 1000) heeft Jac Linssen, die alles zelf van dichtbij heeft meegemaakt, deze rampzalige gebeurtenis van 30 september 1944 proberen vast te leggen en te visualiseren. Niet alleen voor de toekomstige generaties, maar ook voor geïnteresseerden.
Op het tableau aan de voorzijde van deze speciale maquette staat: ‘TERRA ET AQUA TREMUERUNT', wat zoveel betekent als ‘De aarde en het water beefden’.
De Maquette is te bezichtigen in het Maas Binnenvaartmuseum in Maasbracht
De Maquette is te bezichtigen in het Maas Binnenvaartmuseum in Maasbracht
Symbool
Net als het Schepenkerkhof-monument zelf, staat ook de tjalk Nooit Volmaakt uit 1889 – in het trotse eigendom van het Maas Binnenvaartmuseum – symbool voor het Schepenkerkhof. Het raakte destijds slechts licht beschadigd. Omdat het schip tegen de kade lag, was het niet gezonken. Daardoor is het een van de weinige schepen - zo niet het enige - dat bijna intact uit de strijd gekomen is en eigenlijk nog volledig inzetbaar is.
De Nooit VolmaaktDe Nooit VolmaaktHet Schepenkerkhof-monumentHet Schepenkerkhof-monument
Herdenken
Die 30ste september in 1944 was een van de zwartste dagen van de Tweede Wereldoorlog in Maasbracht, die veel overlevenden nooit meer vergeten. Een dag om te blijven herdenken en iedereen eraan te herinneren welke enorme zinloze vernieling toen plaatsvond. Dat al die oorlogshandelingen voor de gedupeerden zelfs de totale vernietiging van hun levenswerk betekende.
'Herdenken doen wij vooral om erop te wijzen, wat een volstrekte waanzin het is om oorlog te voeren - toen, nu en in de toekomst - en daardoor vele mensen in het onheil te storten.'
Vrij naar de tekst uit 'Scheepsramp in oorlogstijd' - Maas Binnenvaartmuseum.
Bronvermelding:
  • Maas Binnenvaartmuseum, Maasbracht
  • Heemkundevereniging Maasbracht in Beelden
  • Ooggetuige: Mevrouw Visser - Van der Meer
Bron zwart-wit foto's van het Schepenkerkhof:  Heemkundevereniging Maasbracht in Beelden