HEEL - Afgelopen vrijdag bracht burgemeester Stef Strous een bezoek aan de opvangplek voor Oekraïense vluchtelingen in Heel. Het was een ontspannen bezoek waarin de Oekraïense vrouwen en kinderen de burgemeester ontvingen met een uitgebreide maaltijd van typische Oekraïense gerechten. Eén van die gerechten is de beroemde borsjt, een maaltijdsoep gemaakt van rode bieten.
Boterhammen
'De vrouwen vertelden me wat hen opvalt hier in Nederland. Allereerst dat iedereen zo vriendelijk is, dat oudere mensen zo actief zijn en ook dat bewoners van de zorginstellingen zo geïntegreerd zijn in de lokale gemeenschap' vertelde de burgemeester na afloop. 'Wat hen ook opvalt is dat hier zoveel mensen
fietsen en dat er overal fietspaden zijn. In
Oekraïne wordt erg weinig gefietst, maar hier gebruiken de vrouwen de fiets wel veel. Qua
eten valt het hen op dat wij zo veel boterhammen eten. In Oekraïne eten ze vaak drie keer per dag warm. En ze gaven aan dat het lastig is om de rauwe bieten te vinden voor hun
borjst, hier in de supermarkt. Net zoals boekweitmeel, een ingrediënt dat ook in veel Oekraïense gerechten gebruikt wordt.'
Dankbaar
'Ik heb veel bewondering voor deze vrouwen, die ondanks de moeilijke situatie sterk en positief blijven' gaf Strous aan. 'Dat doen ze door samen veel te praten, te koken, te poetsen, te picknicken en de fiets pakken om Maasgouw te leren kennen. Ook heb ik bewondering voor de kinderen die in de
opvang verblijven. Ondanks alles blijven ze spelen en zorgen ze zo voor afleiding en ontspanning. Ook al missen de vrouwen hun thuisland en hun geliefden enorm, ze zijn erg dankbaar voor onze opvang.'
Veilig
'Graag spreek ik zelf ook woorden van dankbaarheid uit. Eén van de mensen die ik bedank is
Jac Zeelen. Hij helpt als vrijwilliger de Oekraïense vluchtelingen bijna dag en nacht. Verder gaat mijn dankbaarheid uit naar alle mensen bij
Vluchtelingenwerk en de zeer betrokken ambtenaren van de gemeente. Allemaal werken ze hard om ervoor te zorgen dat de Oekraïense vluchtelingen zich, zo goed als kan, veilig en thuis voelen op hun opvangplek.'