Deze
uilensoort leeft in
landschappen, variërend van
loof- en naaldbos tot
stadsparken en groene woonwijken. Mits er voldoende oude bomen aanwezig zijn, die als roest- en broedplaatsen worden gebruikt.
Bosuilenpaartjes blijven elkaar hun hele leven trouw. Ze broeden overwegend in boomholtes en beginnen al vroeg in het jaar - februari of maart - met nestelen. De bosuil is een
standvogel en erg territoriaal. In de
broedperiode kan de
roofvogel erg agressief reageren op de verstoring van de nestplaats. Omdat de
uil het nest en de jongen verdedigt, valt hij soms wandelaars en fietsers aan. Daarom adviseert de gemeente u om gedurende het
broedseizoen de Erkesteeg te mijden en op de Weijersweg goed uit te kijken.